Bezoek dit bijzondere gebied in de Biesbosch!
Aan de rand van het Nationaal Park De Biesbosch, net aan de overkant van de rivier de Amer, is de Eendenkooi van de Biesbosch te vinden. Deze wordt tegenwoordig niet meer gebruikt voor het vangen van eenden, maar de kooi wordt wel in ere gehouden. Tijdens onze wandeltocht kunt u een stop maken bij dit bijzondere bouwwerk.
Een eendenkooi is een met bomen, struikgewas en rietmatten omgeven vijver of plas. Vanuit de hoekpunten lopen vier of vijf gebogen watergangen, de zogenaamde vangpijpen of kelen. Deze vangpijpen worden naar het einde toe steeds nauwer en lopen trechtervormig toe. Ze zijn overkoepeld met een dun netwerk zodat een eend niet meer kan ontsnappen. Heel vroeger werden ook wel zijtakken van killen als vangarm ingericht.
In de kooi zijn altijd een aantal tamme kooieenden en staleenden aanwezig. Als een groep wilde eenden overvliegt, wordt hun aandacht getrokken door de kooieenden. Ze strijken neer op de plas, waar het voor de kooiker zaak is zich zo rustig mogelijk te houden.
De wilde eenden zullen bij het minste onraad opvliegen. Bovendien is het reukvermogen van de eend zo goed ontwikkeld, dat ze het gevaar sneller ruiken dan zien of horen. De kooiker loopt daarom altijd met de wind mee en probeert met brandende turf de menselijke geur te verdrijven. De tamme eenden voelen zich in de kooiplas op hun gemak en nemen de wilde eenden zonder meer op in de groep. De kooiker loert door de kijkgaatjes in de rietschermen of er voldoende “bout” op het water is. Hij kiest de pijp die de eenden tegen de wind in zwemmend moeten bereiken. De eenden kunnen hem zo niet ruiken. Met wat graan lokt hij de staleenden de vangpijp in.
Om eventuele weifelaars over te halen zet hij zijn hond in. Op een seintje vertoont hij zich even aan de waterkant van het rietscherm. Dat wekt de nieuwsgierigheid van de eenden op. Intussen loopt de kooiker, al voer strooiend, naar het einde van de vangpijp. De hond speelt het spel mee, door zich van tijd tot tijd te laten zien. Nieuwsgierig zwemmen de eenden achter het drentelende diertje aan. Ook hij loopt in de richting van het uiteinde van de vangpijp, de eenden meelokkend naar het overdekte gedeelte. Nu laat de kooiker zich achter de eenden zien. Geschrokken zwemmen en vliegen de wilde eenden vooruit, verder de fuik in. Hij drijft de wilde eenden tot de uiterste punt en klapt een luik achter hen dicht. Een weg terug is er niet meer.
Volgens een boek uit 1654 werden op de kooien onder Werkendam binnen 13 dagen 17.000 eenden gevangen. Binnen het Biesboschgebied is vandaag de dag alleen de kooi van de Hofmansplaat nog geheel in gebruik.